Verslag mini-cursus Natuuroevers

Door Natuuracademie Reeuwijkse Plassen.

De minicursus Natuurvriendelijke Oevers (NVO) van 13 en 16 september jl. was het vervolg van de minicursus uit december 2019. Ontwikkelingen en inzichten gaan tenslotte continu door. Op de theorieavond van 13 september werden 2 presentaties gegeven aan 31 geïnteresseerden. De eerste werd verzorgd door John van Gemeren (Watersnip). De tweede presentatie was van Wilco van Roon (hovenier & bestuurder Hoogheemraadschap van Rijnland). Voor het praktijkgedeelte op 16 september werden de 24 deelnemers in twee groepen rondgeleid naar een viertal voorbeelden van natuurvriendelijke oevers.

Inrichten NVO door het proces van verlanding
John behandelde de mogelijkheid NVO’s in te richten door gebruik te maken van de ecologische processen van verlanding. Verlanding is een natuurlijk proces in veenweidegebieden met plassen en sloten. Dit in tegenstelling tot de gebruikelijk toegepaste harde beschoeiingen. Ook pleitte hij ervoor om met lagere vegetaties dan gebruikelijk, zoals riet, een betere invulling te geven aan de NVO.

Er zijn drie typen verlandingen:

  • Aquatische verlanding: oeverplanten groeien het water in. Een flauwe hellingshoek van het land naar het water is te prefereren.
  • Verlanding vanuit de oever: er vormt zich een verlandingslaag waaronder zich het water bevindt. Je kunt erop staan, maar de kans blijft dat je er doorheen zakt.
  • Verlanding door drijftillen: hierbij kunnen stukjes land en/of planten losraken van de kant en een ‘eigen’ eilandje vormen.

Door bij beheersmaatregelen van de NVO’s gebruik te maken van deze drie types van verlanding, wordt de biodiversiteit aan planten en dieren aanmerkelijk vergroot. Kenmerkende planten voor lagere begroeiing zijn lisdodde, dotterbloem, gele lis, kattenstaart en moerasspirea.

 

Een keer meer maaien
Een gevolg van de lagere begroeiing is wel dat er een keer meer gemaaid moet worden dan bij riet, maar het geeft ook door toename van licht duidelijk een diverse vegetatie. De NVO is van invloed op de waterkwaliteit en vice versa. De oevers zijn ook van belang voor de bescherming tegen afslag, maar niet overal in dezelfde mate. Bijvoorbeeld bij eilanden of bij heel steile oevers is gebleken dat de bovengenoemde verlandingstypen niet werken.

Geen houtbeschoeiingen
Wilco hield een pleidooi om met specifieke beheersmaatregelen het oorspronkelijke landschap in ere te herstellen. Hij vertelde over een paar projecten waarbij de natuur een handje werd geholpen. Wilco van Roon is geen voorstander van houtbeschoeiingen. De watervogels kunnen niet schuilen in de oevervegetatie en zijn daardoor een gemakkelijke prooi voor predatoren, zoals reigers en roofvogels. Hij pleit, evenals John van Gemeren, voor verlanding en gebruik van lagere vegetaties.

Een andere mogelijkheid is het gebruik van lokale bagger in combinatie met takkenbossen om (kleine) eilandjes in de plassen op te bouwen voor rust-broed-paai-schuil-voedselplaatsen. Het mengen van de bagger met takkenbossen werkt ook voor de verlandingsaanwas vanuit de oever.

Wat kan ik zelf doen?
Na de pauze was ruimte voor vragen en opmerkingen over wat John en Wilco hadden gepresenteerd. Enkele deelnemers gaven ook praktijkvoorbeelden van hun ervaringen met NVO’s. Er is geen eenduidige methodiek voor het stimuleren van een NVO, dit is namelijk afhankelijk van de lokale factoren. Zo is bijvoorbeeld een aflopende oever bij een eiland niet reëel. Over het algemeen bleek men bereid om iets te doen voor de natuur. Er is wel behoefte aan meer informatie over de diverse mogelijkheden en waar je daarvoor terecht kunt Het ontbreekt aan een duidelijke verwijsfunctie bij de gemeente of Stichting De 12 Reeuwijkse Plassen.

Vier NVO voorbeelden in de praktijk
Boswachter Peije ‘t Lam vertelde aan de slootkant bij de Lecksdijk hoe Staatsbosbeheer de afkalving van de slootkant en de problematiek van de bodemdaling door o.a. de sterke grondwaterfluctuaties, wil remmen. Dit gebeurt door het beheer van een goede natuurvriendelijke oever in combinatie met andere maatregelen, zoals inzaaien en/of maaien. Een oever moet onderhouden worden wat een klus is, Staatsbosbeheer wordt hierbij o.a. geholpen door vele vrijwilligers.

Schommelingen (grond)waterpeil nadelig
De droge zomers en het schommelen van het (grond)waterpeil zijn nadelig voor de biodiversiteit van de oevervegetatie. Peije vertelde dat met het dalen van het (grond)water in de droge zomers en weer opstuwend (grond)waterpeil in de winterperiode het sulfaat in de lagere grondlagen ook opgestuwd wordt en dat, als het oxideert, het giftig gas waterstofsulfide vormt. Dit proces, samen met het veraarden (verdrogen) van het veen, vormt een negatieve spiraal voor de biodiversiteit, zowel op het land als in het water. Gezonde natuurvriendelijke oevers, in combinatie met een juist structureel hoger grondwater peil, zijn 2 belangrijke pijlers in het streven naar een gebied met de beste biodiversiteit.

Het tweede praktijkvoorbeeld betrof de nieuwbouwwijk De Steupel waar in het bestemmingsplan een verplichte aanleg voor een NVO’s is opgenomen. John van Gemeren lichtte toe dat hier niet alleen de tuinen, maar ook de ‘openbare’ bermen natuurvriendelijk zijn aangelegd. Het advies aan de deelnemers was om zelf te kijken in hoeverre de NVO’s zijn gerealiseerd.

Voor het derde praktijkvoorbeeld werd een tuin achterin het Plassengebied bezocht waar op eigen initiatief een natuurvriendelijke oever gemaakt is door Ingrid De Prez. Dit was voor de deelnemers een mooi en inspirerend voorbeeld hoe je zelf een NVO kunt ontwikkelen.

Als laatste gaf Wilco van Roon uitleg over een onlangs opnieuw ingericht perceel aan de Ree. Na het kaal halen en afmaaien van de oude begroeiing is er een dunne laag bagger direct vanuit de plas op het land aangebracht. Daarna werd het met rust gelaten om te kijken wat er vervolgens gebeurt. Na half jaar werd dit stukje aan de Ree een zeer uitbundige bloemenzee.

Ook geïnteresseerd in de activiteiten van de Natuuracademie Reeuwijkse Plassen?
Elk jaar worden er zo’n 4 mini-cursussen gegeven. Meld u aan om bericht te krijgen wanneer een mini-cursus van start gaat: Natuuracademie Reeuwijkse Plassen.
De volgende mini-cursus gaat over luchtkwaliteit en korstmossen.

De Natuuracademie Reeuwijkse Plassen is een gezamenlijk initiatief van KNNV Gouda e.o. en IVN IJssel & Gouwe, met ondersteuning van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. De doelstelling van de Natuuracademie is om educatie over het plassengebied te realiseren. De Natuuracademie is primair gericht op bewoners, recreanten en gebruikers van het Plassengebied. 

Mijn winkelwagen
Je winkelwagen is leeg.

Het lijkt erop dat je nog geen keuze hebt gemaakt.

Stichting 12 Reeuwijkse Plassen gebruikt alleen functionele cookies meer informatie

Deze site is standaard ingesteld op 'cookies toestaan", om je de beste mogelijke blader ervaring te geven. Als je deze site blijft gebruiken zonder je cookie instellingen te wijzigen, of als je klikt op "Accepteren" hieronder, dan geef je toestemming voor het gebruik van Cookies.

Sluiten