Sinds de jaren ‘90 van de vorige eeuw is er al veel aandacht voor de verslechterde kwaliteit van het water en de noodzaak om vervuiling tegen te gaan. De eerste mijlpaal was het aansluiten van de lintbebouwing in de plassen op de riolering, zodat hun afvalwater niet meer in de plassen geloosd werd. Voor de toekomst wordt gekeken naar de eisen van de Europese Kader Richtlijn Water (KRW 2027) voor de waterkwaliteit. Een complexe opdracht, want er moet nog steeds veel kennis vergaard worden hoe de schade te herstellen.
Voor onze nieuwsbrief van juli vroegen we Hoogheemraadschap van Rijnland een update over de maatregelen voor de verbetering van waterkwaliteit. Hieronder volgt een overzicht van de resultaten van recente pilots in de Reeuwijkse Plassen, daarna welke maatregelen het Hoogheemraadschap van Rijnland onderzoekt voor toepassing in de nabije toekomst en nog wat aanbevelingen voor de bewoners en recreanten zelf.
Nieuw met dit onderwerp? Lees voor een terugblik op de afgelopen 30 jaar deze brochure uit 2014 Reeuwijkse_plassen_brochure.pdf.
Recente pilots en resultaten tot nu toe
NVO’s
De 15 km natuurvriendelijke oevers (NVO’s) die zijn aangelegd, zijn goed tot ontwikkeling gekomen: het grootste deel van de oevers heeft een bedekkingspercentage van meer dan 95%. In het watergedeelte van de oevers zien we een toename van waterplanten en het aantal soorten van de waterdiertjes. Dit komt door de toename van het leefgebied en de schuilmogelijkheden die deze oevers bieden. Het in stand houden hiervan vergt continu beheer. Het beperken van de ganzenvraat en aantasting door muskusratten is een uitdaging.
Sloene: beijzeren en isoleren
Het beijzeren en isoleren van Sloene heeft niet geleid tot blijvend helder water. Met het isoleren van de plas en de verminderde doorstroming kregen blauwalgen zelfs de kans om zich te ontwikkelen en drijflagen te vormen. Om deze reden is de beijzeringsinstallatie inmiddels opgeruimd en is de isolatie weer opgeheven.
Klein Vogelenzang: Isoleren en baggeren
Het baggeren van Klein Vogelenzang heeft geleid tot een beter doorzicht in het voorjaar en het najaar. De verwachte daling van de concentratie van voedingstoffen bleef echter uit. Doordat de plas dieper is geworden, woelt de bagger minder makkelijk op en is er meer doorzicht. Er wordt op dit moment nog onderzocht of de aanwas van bagger langzaam genoeg gaat om dit een duurzame maatregel te noemen.
Conclusie van de pilots:
De proeven zijn afgerond en alhoewel het niet op alle onderdelen het resultaat opleverde waarop was gehoopt, is er veel van geleerd Een onverwacht positief resultaat is de terugkomst van de otter. De otter staat bovenaan de voedselpiramide, zijn aanwezigheid zegt iets over het systeem als geheel.
Zie ook de website Sloene en Klein Vogelenzang – Hoogheemraadschap van Rijnland
Mogelijke maatregelen in de toekomst:
Baggeren plus
Baggeren alleen is niet genoeg gebleken om de voedingsstoffen in de plas ver genoeg naar beneden te brengen. Er lopen op dit moment in andere veenplassen onderzoeken die mogelijk ook vervolgkansen bieden voor de Reeuwijkse plassen. In de Kralingse plas is gebaggerd en daarna een laag zand aangebracht op de plas. Hiermee wordt de veenlaag afgesloten van het water en is veenafbraak moeilijker gemaakt. De wat langere termijn resultaten worden nu in beeld gebracht.
In de Langeraarse Plassen heeft Rijnland een slibvang gegraven. Hiermee wordt door natuurlijke processen de bagger in het midden van de plas verzameld. De verwachting is dat het doorzicht gaat toenemen en de concentratie van de voedingsstoffen gaat afnemen. De aanleg van de slibvang is nagenoeg gereed en de eerste resultaten komen binnenkort. De (langere termijn) effecten en of het lukt om een nieuwe balans in het ecosysteem te krijgen, weten we pas over een aantal jaar.
Herstel legakkers
In de plassen ligt veel slib (opgelost veen, afgestorven plantenresten en algen). Het opwervelen van slib door de wind vermindert het doorzicht. Door de afstand tussen de oevers te breken krijgt de wind minder invloed op de plassen en kan de bagger makkelijker naar de bodem zinken. Hierdoor kan/zal het doorzicht van de plassen verbeteren. Het verkleinen van de strijklengte wordt dat genoemd.
Een optie is om de legakkers die ooit in de plassen lagen te herstellen en hiermee de strijklengte te verminderen. Op deze manier wordt de oude situatie van het gebied hersteld en kan lokaal bagger worden afgevangen. Hierdoor kunnen de plassen ook weer helderder worden, net als in de oude verhalen.
Reduceren lozingen
Met name in de noordoostkant van het gebied zijn enkele percelen nog niet aangesloten op de riolering. De kwaliteit van de lozing is afhankelijk van het gebruik en de werking van de IBA’s. Aansluiting op de riolering is een pré voor de waterkwaliteit.
Vanuit de recreatie vinden er ook lozingen plaats. Door een gebrek aan een toilet op de boten of te weinig/geen kennis van openbare toiletvoorzieningen voor recreanten in het plassengebied wordt toiletwater op de plassen geloosd. Meer communicatie over de openbare toiletvoorzieningen kan de vervuiling van de plassen door de recreatie verminderen.
Aanpak KRW (2022-2027)
Voor de derde planperiode van de KRW (2022-2027) heeft het Hoogheemraadschap van Rijnland opnieuw naar de waterkwaliteitsdoelen voor de Reeuwijkse plassen gekeken. De doelstelling om in 2027 in alle plassen helder water te hebben is bijgesteld, mede door de ervaringen opgedaan met proeven. De plaatselijke omstandigheden in de Reeuwijkse plassen, veenplassen met veel slib en extra belasting van vogels, maken het lastig om in alle plassen een helder watersysteem te bereiken.
Voor meer informatie zie:
Waterkwaliteit en ecologie Reeuwijkse Plassen – Hoogheemraadschap van Rijnland