Iedereen die in het plassengebied woont, werkt of recreëert, weet het: er leven veel ganzen in het gebied. Over hoe hier meer om te gaan, zijn de meningen verdeeld. We hebben Staatsbosbeheer Groene Hart, Peije ‘t Lam gevraagd om uitleg te geven over hun visie.
Er wordt onderscheid gemaakt in winterganzen en overzomerende ganzen. Winterganzen zijn hier alleen in de winter en vertrekken naar het hoge noorden om daar te gaan broeden. Begin mei zijn de meeste wel vertrokken. De ganzen die achterblijven worden overzomerende ganzen genoemd. Deze broeden hier dan ook. De laatste jaren zien we dat ze dat erg succesvol doen. Dat komt omdat er veel voedsel is in de vorm van jong riet en gras, en dat er veel plek is om een nest te maken.
Grote karekiet de dupe
Omdat de kuikens geen grote afstanden kunnen afleggen, gaan ze samen met de ouders dichtbij het nest op zoek naar gras en riet om te eten. Dit gedrag heeft nadelen voor de rest van de natuur in de Reeuwijkse Plassen.
Want zo moet eerst het jonge riet dat in het voorjaar gegroeid is, eraan geloven. Omdat er zoveel jong riet verdwijnt, blijft er weinig riet over dat kan uitgroeien tot volwassen riet. Vogels die gebruik maken van dit overjarig waterriet, zoals bijvoorbeeld de grote Karekiet, zijn hier de dupe van, omdat hun leefgebied verdwijnt.
Verdringen broedvogels
Daar komt bij dat als het riet in de natuur op is, de crèches met ganzen verder de polder in trekken op zoek naar voedsel. Met tot gevolg dat ze deze graslanden kort grazen en boeren schade lijden. Ook voor de natuur is het geen goede zaak, want ganzen hebben zo een negatief effect op bijvoorbeeld de weidevogels en de ontwikkeling van kruidenrijke hooilanden. Kruiden en grassen komen niet tot bloei. Het aantal insecten en hiermee het voedsel voor de weidevogelkuikens neemt af. De dekking voor pullen van weidevogels gaat verloren, etc. etc. Daarnaast is het zo dat ganzen een verdringend effect hebben op andere broedvogels. In het slechtste geval zal de polder dan over niet al te lange tijd het domein zijn van slechts één nieuwe weidevogel: de gans.
Dit betekent natuurlijk niet dat er helemaal geen ganzen mogen zijn, maar de aanwezigheid van grote aantallen ganzen gaat ten koste van de biodiversiteit. Daarom wordt er conform het faunabeheerplan van de Faunabeheereenheid (FBE) op de ganzenpopulatie uitgevoerd.
Ganzenpopulatie beheren
Ganzenpopulatiebeheer kan op verschillende manieren. Vangen, met het geweer of het uitvoeren van nestbehandelingen. In ons gebied is vangst geen gebruikte methode, omdat de omstandigheden niet geschikt zijn om dit effectief te kunnen doen. Schadebestrijding met het geweer gebeurt door de Wild Beheer Eenheden (WBE) in bepaalde perioden van het jaar.
Staatsbosbeheer voert de derde optie uit ( geboortebeperking) en vindt dit, naast de andere methode een effectieve manier om beheer op ganzen uit te voeren. Hierbij worden eieren uit de nesten gehaald zodat ze niet uit kunnen komen. Eén of twee eieren blijven achter zodat deze uitgebroed kunnen worden. Zo groeit de populatie niet zo extreem dat het verdringende effect kan optreden
Regels voor beheer
De provincie stelt hierbij de regels op. Voor de uitvoering werkt Staatsbosbeheer in zijn terrein samen met vrijwilligers, boeren (pachters) en jagers. Hier is een ontheffing en registratieplicht voor nodig. Vergroten van de biodiversiteit is ons doel, het uitvoeren van deze maatregel om dat doel te halen is er niet een die leuk is, maar in onze ogen wel noodzakelijk om uit te voeren. Naast uiteraard jaarrond nog veel meer beheermaatregelen.
Aanpak door eigenaren
Bent u een eigenaar van grond of eiland waar ganzen broeden of foerageren, en het belang inziet van deze schadebestrijdingsmethoden, dan kunt u contact opnemen met de WBE via secretariaat@wbereeuwijkenomstreken.nl om hier voor volgend jaar een ontheffing voor te krijgen of afspraken te maken of dat derden dit bij u komen doen. Om verdere achteruitgang van de biodiversiteit in de Reeuwijkse plassen te keren is het nodig om dit gezamenlijk op te pakken.
Meer weten?
Mocht u hier meer over willen weten, kunt u contact op nemen met Peije ’t Lam
Senior boswachter beheer Staatsbosbeheer Groene Hart, email: p.tlam@staatsbosbeheer.nl